Dag 66, dinsdag 3 juli, van Beyneu naar Kuruq, Kaspische zee

3 juli 2019 - Mangystau, Kazachstan

Dag 66, dinsdag 3 juli, van Beyneu naar Kuruq, Kaspische zee, 450 km. 17 tot 26 graden. 

Met stille trom om 7 uur vertrokken. We wilden niet te laat in de haven aankomen om tickets te regelen voor de ferry naar Azerbeidzjan. 

De hele weg stond er een matige tot harde NW wind met van die vervelende windstoten. De motor lag schuin naar rechts in de wind. Het vervelendst was het inhalen van vrachtauto's door het wegvallen van de wind. De druk van de wind valt dan helemaal weg. Ook de herrie doordat de wind op mij' visiter sloeg was ronduit onaangenaam. 

Een raar moment was het indraaien van de parkeerplaats van een wegrestaurant. Ik sloeg zeer langzaam linksaf, draaide door en daar ging mijn motor: hij draaide 360 graden en gleed weg. Ik viel niet en stond op beide benen. Verbaasd en verbijsterd stond ik naast mijn motor. Onmiddellijk hielpen 2 mensen de motor overeind. Het was zo glad dat de motor nog verder weggleed! 

Wat was er gebeurd?  Door de regenval had zich een dun laagje spiegelgladde klei gevormd over het harde klei/zandwegdek. 

Het duurde nog een keer 100 km voordat wij iets vonden om te eten. 

Na ongeveer 300 km werd het landschap weer mooi. Mooie rotsformaties met krijtrostkliffen! 10 Het was hier waar wij op de heenweg dat hele mooie zoutmeer ontdekten. 

Voor de picknick vonden we een overdekte ronden picknicktafel met dak en de onderkant dicht. Op het bakje konden we zo uit de wind koffie maken. Heerlijk.

Bij dekust in de buurt gekomen restte nog 65 km gatenkaas weg. Oppassen! 

Bij de haven aangekomen waarschuwden enkele passagiers al gauw dat de boot vol zat. Een Zwitserse jongen wachtte al drie dagen..... 

Géén Opbeurend nieuws. Het valt waarschijnlijk allemaal wel mee. Morgen gaat er gewoon een 2e boot de

 'Mercury'. Indien en voorzover zij moderner is dan de Professor Gűll zijn wij erg blij. Eerst zien dan geloven, geldt hier wel! De andere reizigers per fiets konden of wilden geen geld uitgeven met het gevolg dat zij voor de wachtruimte buiten bivakkeerden. Een optie was ook om 's nachts een matrasje neer te leggen in de passagierswachtruimte,  dit was toegestaan en zeker een optie voor ons. Zij vertelden ons dat er een hotel scheen te zijn. 

Toch maar even naar dat hotel gaan kijken: via een dienstingang met beveiliging door meerdere geüniformeerde werd mij duidelijk dat dit een soort staatshotel van de douane /haven was. Dat wij de kamer wilden zien begrepen ze niet! 10 Eerst identificatie elke handmatig in een boek werd ingeschreven. Een beveiligingsbeambte ging mee en bleef bij ons. De receptioniste toonde ons de zeer fraaie kamers: 8 euro per eenpersoonskamer! 

De fietsers keken een beetje zuinigjes toen ik de prijs noemde, ja voor die prijs hadden zij het ook niet hoeven te laten! Het diner kostte ons 1,20€.

In het hotel waren meerdere motorrijders die we al eerder ontmoet hadden in Osh. Leuk. Ook een Italiaans stel. 

''s Avonds om 23 uur konder wij de motoren uitklaren, de la verdraaid handig. We hoorden dat we omongeveer half tien tickets kunnen kopen. Mooi! 

Wij pasten ons aan en dronken er een Wodka op! 

Gilles was nog zo aardig om remblokjes voor mij te kopen en deze vanaf Parijs naar Tiblisi op te sturen. Wat een service van het motor netwerk!! 

Foto’s